KLAS 1
De leerlingen gaan met een grote nieuwsgierigheid, leergierigheid en een grote portie goesting naar de eerste klas. Met verbazing en verwondering nemen zij de leerstof op. Voor deze jonge kinderen is een grote afwisseling in geconcentreerd en bewegend leren erg belangrijk.
LEZEN
Een heel belangrijk aspect in de eerste klas is het leren lezen. Veel van de kinderen gaan de eerste dag naar school en verwachten ’s avonds te kunnen lezen. Dat neemt natuurlijk wat meer tijd in beslag. Bijzonder is dat letter per letter het hele alfabet wordt aangeleerd. Deze letters ontstaan uit een sprookje en worden op vele manieren eigen gemaakt. Na het schrijven van de letters en korte woordjes, ontstaan als vanzelfsprekend de zinnen. Aan het einde van de eerste klas wordt van de kinderen verwacht dat ze eenvoudige woordjes kunnen lezen.
REKENEN
Bij het rekenen staan de sommen en rekenverhalen nog erg in relatie tot de concrete werkelijkheid. Zo wordt er gerekend met o.a. noten, blokjes, kastanjes en stenen. De tafelrijen worden uitgebreid en intensief vanuit de beweging geoefend.
WERELDORIENTATIIE
Bij dit vak worden de dagen van de week, de maanden van het jaar en de seizoenen via de beleving aangeleerd. Dit biedt voor de kinderen veel mogelijkheden om zich met de wereld te verbinden. Zo gaan ze op stap met de leerkracht, bekijken bomen tijdens de vier seizoenen en leren seizoensgebonden liedjes aan.
ANDERE VAKKEN
Naast de hierboven genoemde hoofdvakken krijgen de kinderen muziek, schilderen, tekenen, lichamelijke opvoeding, tuinbouw, boetseren met bijenwas, verkeer en knutselen. Daarnaast krijgen de kinderen vanaf klas 1 wekelijks Frans en Engels.