KLAS 2
Een tweedeklasser staat met zijn twee benen in de lagere school. Zij genieten van de schoonheid in verhalen, hun omgeving, de leer- en lesstof maar ook van deugnieterij en botsen regelmatig met hun klasgenootjes. Hierbij aansluitend worden er fabels aan hen verteld. De dieren in deze verhalen beschikken over allerlei eigenaardige kantjes. Ook de kinderen in de tweede klas worden wakker voor de eigenaardigheden van elkaar.
TAAL
De kinderen kennen alle letters en het lezen wordt intensief geoefend. Sommige kinderen lezen nog spellend, bij anderen gaat het al wat vlotter. Tweeklanken, moeilijke lettercombinaties en het lopende schrift worden aangeleerd.
REKENEN
Rekenen is nog erg gelinkt aan concreet materiaal en concrete, duidelijke dagelijkse situaties. De getallen worden geleerd en alle vier de bewerkingen (plus, min, keer en deel) komen aan bod. De eerste tafelrijen worden vanuit de beweging aangeleerd.
WERELDORIENTATIE
Net als in de eerste klas staan binnen dit vak de seizoen nog steeds centraal. Daarnaast blijven ook de dagen van de week en de maanden belangrijke leerstof. De kinderen van de tweede klas leren de kalender kennen en op hun eigen klok lezen.
ANDERE VAKKEN
De tweedeklassers leren nog sterk vanuit het doen. Zij hebben nood aan een breed scala van vakken. We hebben het hier over muziek, lichamelijke opvoeding, tuinbouw, schilderen, tekenen, handwerken, knutselen en verkeer. Frans en Engels blijven net als in de eerste klas zeer belangrijk.