Kleuterklas

Rond de leeftijd van 4 jaar stromen de kinderen vanuit de peuterklassen door naar onze kleuterklassen. Hier blijven ze gedurende drie jaar bij dezelfde juf. De klasgroep leeft heel hecht met elkaar samen. Zo wordt er in de eigen klas geleerd, gewerkt, gespeeld, gegeten en gerust. Ten opzichte van de peuterklas zijn er meer geleide leermomenten. Daarnaast wordt het samen spelen bij de kleuter in onze school aangemoedigd, omdat we dit zien als een belangrijk element in hun  ontwikkeling. Er is dagelijks ruimte voor vrij spel, maar ook hier hechten we veel belang aan structuur. De dagen en weken kennen een vast verloop, elk seizoen krijgt de nodige aandacht door knutselwerken, liedjes, verhalen en jaarfeesten die telkens terugkeren.

Ritme

In de kleuterklas zijn er verschillende ritmes die structureel worden benut. Te denken valt dag-, week- en jaarritme. Iedere dag heeft een vast verloop. Geleide en vrije activiteiten wisselen elkaar af. Het weekritme wordt zichtbaar in vaste dagactiviteiten. Zo kan maandag soepdag zijn, kinderen koken dan zelf soep. Zo is er ook een broodbak-, schilder- en tekendag. Het jaarritme vind je terug bij het vieren van de jaarfeesten.

Bewegen

Een kleuter wil veel bewegen. De korte concentratieboog moet steeds worden afgewisseld met bewegende activiteiten. De kinderen gaan regelmatig stappen in klasverband. Hiermee leren ze doorzetten, krijgen ze oog voor de omgeving, de natuur en de seizoenen. Dagelijks worden er kringspelen gedaan waarbij grove en fijne motoriek wordt ontwikkeld.

Voorbereidend leren

In de kleuterklas leren kinderen sterk vanuit de nabootsing. Thuis en op school komen zij in contact met huiselijk werk. Zij willen dit nadoen. Hierdoor wordt het leren ook via huishoudelijke activiteiten aangeboden.

Bij voorbereidend rekenen valt te denken aan: wegen bij bakken van brood, tafel dekken, voldoende stoeltjes klaarzetten en gestructureerd opruimen. Ook leren de kinderen begrippen zoals minder, meer, groot, klein, onder, boven en delen.

De taal ontwikkelt zich via de vele verhalen, gedichtjes en taalspelletjes. Daarnaast wordt de taal sterk gestimuleerd door het samenspel.

Samenspel

De kleuter ontwikkelt zijn of haar fantasie. In het spel wordt dit zichtbaar. Een houten blok kan een traktor worden, maar evengoed een tafel. In het fantasievol spel vinden de kleuters elkaar. Hun interesses worden gedeeld. Door richting te bepalen, te sturen of te volgen oefenen zij in het sociale. Via deze natuurlijke rollenspelen leren zij zichzelf kennen. Uiteraard onder warm toezicht van de juf.

Zoals eerder aangegeven zitten de kinderen drie jaar in dezelfde klasgroep. De jongsten kijken op naar de ‘ouderen’ en deze op hun beurt leren te zorgen voor de jongere kinderen.

Differentiatie

Ieder kind wordt gezien als een zich uniek ontwikkelend wezen. Dat houdt in dat er in klasverband rekening wordt gehouden met individuele noden en ontwikkelingsvragen van ieder kind. Daardoor is differentiatie vanzelfsprekend geïntegreerd in alle activiteiten. De kinderen zitten drie jaar samen, waardoor de oudsten veel meer uitdaging vragen dan de jongsten. Hieraan wordt tegemoet gekomen door een aangepast programma, extra oefeningen en gerichte vragen.

KLEUTERKLAS

Rond de leeftijd van 4 jaar stromen de kinderen vanuit de peuterklassen door naar onze kleuterklassen. Hier blijven ze gedurende drie jaar bij dezelfde juf. De klasgroep leeft heel hecht met elkaar samen. Zo wordt er in de eigen klas geleerd, gewerkt, gespeeld, gegeten en gerust. Ten opzichte van de peuterklas zijn er meer geleide leermomenten. Daarnaast wordt het samen spelen bij de kleuter in onze school aangemoedigd, omdat we dit zien als een belangrijk element in hun  ontwikkeling. Er is dagelijks ruimte voor vrij spel, maar ook hier hechten we veel belang aan structuur. De dagen en weken kennen een vast verloop, elk seizoen krijgt de nodige aandacht door knutselwerken, liedjes, verhalen en jaarfeesten die telkens terugkeren.

RITME

In de kleuterklas zijn er verschillende ritmes die structureel worden benut. Te denken valt dag-, week- en jaarritme. Iedere dag heeft een vast verloop. Geleide en vrije activiteiten wisselen elkaar af. Het weekritme wordt zichtbaar in vaste dagactiviteiten. Zo kan maandag soepdag zijn, kinderen koken dan zelf soep. Zo is er ook een broodbak-, schilder- en tekendag. Het jaarritme vind je terug bij het vieren van de jaarfeesten.

BEWEGEN

Een kleuter wil veel bewegen. De korte concentratieboog moet steeds worden afgewisseld met bewegende activiteiten. De kinderen gaan regelmatig stappen in klasverband. Hiermee leren ze doorzetten, krijgen ze oog voor de omgeving, de natuur en de seizoenen. Dagelijks worden er kringspelen gedaan waarbij grove en fijne motoriek wordt ontwikkeld.

VOORBEREIDEND LEREN

In de kleuterklas leren kinderen sterk vanuit de nabootsing. Thuis en op school komen zij in contact met huiselijk werk. Zij willen dit nadoen. Hierdoor wordt het leren ook via huishoudelijke activiteiten aangeboden.

Bij voorbereidend rekenen valt te denken aan: wegen bij bakken van brood, tafel dekken, voldoende stoeltjes klaarzetten en gestructureerd opruimen. Ook leren de kinderen begrippen zoals minder, meer, groot, klein, onder, boven en delen.

De taal ontwikkelt zich via de vele verhalen, gedichtjes en taalspelletjes. Daarnaast wordt de taal sterk gestimuleerd door het samenspel.

SAMENSPEL

De kleuter ontwikkelt zijn of haar fantasie. In het spel wordt dit zichtbaar. Een houten blok kan een traktor worden, maar evengoed een tafel. In het fantasievol spel vinden de kleuters elkaar. Hun interesses worden gedeeld. Door richting te bepalen, te sturen of te volgen oefenen zij in het sociale. Via deze natuurlijke rollenspelen leren zij zichzelf kennen. Uiteraard onder warm toezicht van de juf.

Zoals eerder aangegeven zitten de kinderen drie jaar in dezelfde klasgroep. De jongsten kijken op naar de ‘ouderen’ en deze op hun beurt leren te zorgen voor de jongere kinderen.

DIFFERENTIATIE

Ieder kind wordt gezien als een zich uniek ontwikkelend wezen. Dat houdt in dat er in klasverband rekening wordt gehouden met individuele noden en ontwikkelingsvragen van ieder kind. Daardoor is differentiatie vanzelfsprekend geïntegreerd in alle activiteiten. De kinderen zitten drie jaar samen, waardoor de oudsten veel meer uitdaging vragen dan de jongsten. Hieraan wordt tegemoet gekomen door een aangepast programma, extra oefeningen en gerichte vragen.